'Ja, ik geloof!' Als er iemand weet dat Jezus machtiger is dan de dood, dan is het voorganger Laxman* uit India wel. Meerdere malen maakt hij op het randje van de dood een wonderlijke genezing mee. Als hij daarna wordt gearresteerd en mishandelt, weigert hij zijn geloof in Jezus en zijn bediening op te geven. 'Niemand kan Gods werk stoppen.'
Laxman, een toegewijde hindoe uit het noorden van India, komt tot geloof als God zijn vrouw Latika* geneest van een dodelijke ziekte. 'Toen ik besefte hoe machtig God is, wilde ik niets liever dan zoveel mogelijk mensen bij Hem brengen!' vertelt hij. Laxman volgt een theologieopleiding en sticht een kerk.
Wonderen
Laxman ziet hoe God wonderen verricht in zijn gemeente. Een man geneest van epilepsie. Zijn familieleden zijn hierdoor zo geraakt, dat ze tot geloof komen. Ook andere mensen vinden genezing in de kerk - zowel lichamelijk als geestelijk. 'Mensen die verslaafd waren aan alcohol en tabak getuigden dat God hun levens veranderd had, dat ze gestopt waren met roken en drinken', vertelt Laxman.
Maar het meest bijzonder voor Laxman is misschien wel het wonder rond de geboorte van zijn dochter. Als de bevallingsdatum nadert, voelt Latika geen beweging meer in haar buik. Laxman brengt haar naar het ziekenhuis, waar ze wordt onderzocht. De dokter heeft slecht nieuws: 'Hij vertelde dat de baby twee dagen eerder in de baarmoeder was gestorven. Mijn vrouw moest snel geopereerd worden, anders zouden we haar ook kunnen verliezen.' Terwijl de familie rouwt om het overleden kindje en Latika naar de operatiekamer gebracht wordt, gaat Laxman in gebed. Vurig bidt hij voor Latika en hun ongeboren kindje. En dan gebeurt er iets ongelooflijks: Latika brengt een gezond kind ter wereld.
Vals beschuldigd
Het aantal mensen dat de kerk van Laxman bezoekt, stijgt na dit wonder van slechts een paar naar enkele honderden. Maar met de groei, neemt ook de weerstand toe. Extremistische hindoes zien dat onder de gemeenteleden veel voormalige hindoes zijn en reageren verbolgen. 'Ze dienden een aanklacht tegen me in en beschuldigden me ervan dat ik mensen met geld verleid had om christen te worden,' vertelt Laxman. Volgens de anti-bekeringswet die van kracht is in de deelstaat waar Laxman woont, is dat een strafbaar feit.
Ik vond de moed en kracht om alle pijn en martelingen te doorstaan
Omdat ze geen bewijs hebben van hun beschuldigingen, nemen Laxmans tegenstanders een lid van zijn kerk mee naar het politiebureau. Ze vertellen hem dat zijn huis wordt verwoest, tenzij hij zijn handtekening op een blanco vel papier zet. De doodsbange gelovige stemt in met het vreemde verzoek en wordt vrijgelaten. Vervolgens voegen de extremistische hindoes een ‘bekentenis’ toe boven de handtekening. 'In de bekentenis stond dat ik die man naar het christendom had gelokt door hem geld te beloven', vertelt Laxman.
Met dit ‘bewijs’ van bekeringspraktijken belandt Laxman in de gevangenis, waar de agenten hem beledigen en martelen. Ondanks de mishandeling, weigert hij zijn geloof in Jezus op te geven. Vertwijfeld roept hij het uit naar God: 'Is dit het einde van mijn bediening?!' En God antwoordt. 'Wees niet bang, want Ik ben bij je!' Laxman voelt hoe zijn hart vervuld wordt met vrede. 'Ik vond de moed en kracht om alle pijn en martelingen te doorstaan."
Jobstijding
Na zes dagen in de gevangenis wordt Laxman op borgtocht vrijgelaten - om erachter te komen dat de extremisten zijn kerk verwoest hebben. 'We komen nu nog maar met 40 mensen samen, in het geheim', vertelt Laxman. 'De anderen blijven weg uit angst voor vervolging. Zij komen in kleinere groepjes bij elkaar.'
Job vreesde de Heer en moest toch zo lijden. Maar hij bleef sterk in zijn geloof!
Laxman heeft het zwaar. Door het uiteenvallen van de kerk kan hij zijn gezin niet meer onderhouden van de tienden van zijn gemeente. Daarnaast lijdt hij nog steeds onder de rugpijn die hij overhield aan de martelingen in de gevangenis. De tragiek van het lijden door vervolging en de rol van Gods voortdurende genade daarin houden hem erg bezig. Hij vertelt hoe het Bijbelboek Job hem daarbij inspireert. 'Job vreesde de Heer en moest toch zo lijden. Maar hij bleef sterk in zijn geloof!'
Gods werk is niet te stoppen
Lokale partners van Open Doors hielpen Laxman met het opzetten van een kleine kippenfokkerij. Hiermee kan hij in het levensonderhoud van zijn gezin voorzien. 'We zaten er helemaal doorheen en waren zwaar getraumatiseerd', vertelt Laxman. 'Maar jullie aanwezigheid geeft ons nieuwe moed.' Hij gelooft dat wat er ook gebeurt, Gods werk in India niet zal stoppen. 'De kerk is gesloten, maar mijn bediening gaat door', zegt hij. 'Dit is Gods werk. Niemand kan het sluiten of stilleggen.'
Wist je dat?
De meeste christenen in India behoren tot de armste groep van de bevolking. Ze zijn laagopgeleid en daardoor extra kwetsbaar als vervolging hen treft. Lokale partners helpen kerkleiders met het opzetten van een eigen bedrijfje en bieden jongeren uit de kerk vakopleidingen aan, zodat ze op lange termijn kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud. Zo heeft Laxman een kippenfokkerij en worden de jongeren uit zijn gemeente opgeleid tot naaister, metselaar, elektricien, fietsenmaker, verpleegkundige of ICT’er!